Het lastige gesprek
“Online komen jongeren met alles in aanraking”

Historicus/terrorisme-expert Beatrice de Graaf (TerInfo/UU). Foto: David van Dam/De Beeldunie.

Hoe ga je als leraar om met de spanningen die een aanslag, een oorlog of een andere ontregelende gebeurtenis kunnen veroorzaken in de klas? Terrorisme-expert Beatrice de Graaf en haar onderzoeksteam van TerInfo faciliteren leraren bij het aangaan van het lastige gesprek. “In tijden van angst en onzekerheid geeft historische kennis houvast.”

Lastige onderwerpen vermijden in de klas is zinloos, weet De Graaf. “Online komen kinderen en jongeren overal mee in aanraking. Neem de Russische invasie in Oekraïne vorig jaar februari. Kinderen zagen meteen de beelden op TikTok en andere social media en namen hun vragen mee de klas in. Voor leraren brengt dat overwegingen met zich mee: pedagogische, psychologische én inhoudelijke. Wat vertel je kinderen, wat kunnen ze aan? Maar ook heel praktisch: hoe beschik je zelf snel over de juiste informatie?”

Met antwoorden op die vragen houdt het projectteam van TerInfo van de Universiteit Utrecht (UU) zich bezig. Het project ontstond na de de reeks aanslagen in Parijs in 2015, toen Beatrice de Graaf en een groep collega’s wilden nagaan hoe je terrorisme op een goede manier bespreekbaar maakt in de klas. “In die periode was de sfeer gespannen en gepolariseerd. We zagen al vanaf groep 3 kinderen die zich afvroegen of er bij hun in de straat ook een aanslag kon komen.”

(Illustratie: Gemma Pauwels)

Historische context

In hun zoektocht naar de beste aanpak ging het projectteam onder meer te rade bij de sociale psychologie. De Graaf: “Terrorisme en politiek geweld kunnen mensen het gevoel geven dat ze als een stofje op de wind worden voortbewogen. Het helpt dan om gebeurtenissen in een historische context te bezien. Ons onderzoek onder docenten en jongeren de afgelopen jaren bevestigde: wie de bredere trend begrijpt, krijgt een gevoel van grip en daarmee neemt de angst af.”

TerInfo wil onderwijsprofessionals daarbij faciliteren. Op de website vind je lesmateriaal, pedagogische handvatten en wetenschappelijke inzichten. Ook bij actuele ontwikkelingen kun je er terecht, vertelt De Graaf: “Bij een heftige gebeurtenis, zoals de tramaanslag in Utrecht in 2019, proberen we binnen 48 uur een doortimmerd lespakket beschikbaar te stellen.” Los daarvan kunnen scholen (po, vo en mbo) TerInfo ook benaderen voor een kennismakingsgesprek: “Om de behoeften te inventariseren en lesmateriaal of trainingen te bespreken.”

Ze stelt dat nog steeds wordt onderschat wat kinderen en jongeren allemaal zien en doorsturen aan gruwelijke beelden en mensonterende memes. “Dat is echt een groot probleem. Sommige jongeren worden er bang van, anderen stompen af en hebben niet door dat ze met extremistische memes in een radicaliseringsfuik terechtkomen en het steeds normaler gaan vinden dat andere mensen worden gedehumaniseerd. Daar moet je echt wat mee doen, ook in de klas.”

Weerbaarheid versterken

Het voeren van het lastige gesprek in de klas draagt bij aan de weerbaarheid van leerlingen. “Eigenlijk is onze methode heel simpel”, verklaart Beatrice de Graaf. “We schetsen de historische context. Stap één is leren dat terrorisme iets van alle tijden is en bovendien uit verschillende hoeken kan komen. Voor jonge kinderen kun je bijvoorbeeld beginnen met de aanslag op Willem van Oranje, dat hebben ze al geleerd in groep 4. Stap twee is laten zien dat terrorisme komt en gaat in golven. Landen en samenlevingen hebben er tijdelijk veel last van, maar het gaat altijd weer voorbij. Daarnaast laten we ze ontdekken dat de kans op een aanslag heel klein is, ook al is de impact groot.”

(Illustratie: Gemma Pauwels)

Handelingsperspectief bieden

Natuurlijk kun je rond de aanslagen in Parijs ingaan op jihadisme, of rond de moord op de Franse leraar Samuel Paty stilstaan bij de vrijheid van meningsuiting, verklaart ze. “En dat doen we ook. Maar daarbij moet je laten zien wat terrorisme precies is, dat het al meer dan een eeuw bestaat, en waar terroristen op uit zijn. Dan hoeven leerlingen niet mee te gaan in het theater van angst en dehumanisering, en kunnen ze houvast zoeken in de waarborgen van de democratische rechtsstaat.”

Juist in tijden van crises neemt het risico op polarisatie en groepsvorming toe, benadrukt ze tot slot. “Door uit te zoomen en gemeenschappelijke historische kaders aan te bieden, geef je kinderen weer een gevoel van samenhang en schep je even afstand van het gepolariseerde heden.”